dinsdag 26 augustus 2014

hombre idéal

Ik zit voor de tweede dag in de Spaanse les. Het klasje waarin ik zit, bestaat soms uit zes, soms uit tien en soms uit vier mensen. Dat wisselt net zo vaak als de tijd waarop de les begint. Er verschijnen aardig wat leerlingen in mijn hoofd die dit lesrooster een feestje hadden gevonden. Trouwens, er verschijnen ook een aantal leerlingen in mijn hoofd die dit lesrooster ook in Capelle aanhouden. Ik ben daar veel te braaf voor en ik zit dus elke les een beetje te wachten tot er wat binnenkomen. Ik vind het allemaal prima. Ik zit hier toch en ik analyseer rustig de mensen in mijn groep.
Of we nou vier, zes of tien mensen hebben, altijd is de helft Russisch. Het is blijkbaar een populaire bezigheid in Rusland, Spaans leren. De lessen worden gedomineerd door het tussendoor Russisch mompelen, want op één of andere manier weten ze het altijd beter en willen ze elkaar dat graag vertellen. Daarnaast hebben de Russische vrouwen zich stelselmatig ontdaan van een bh. Waarom weet niemand, maar dat het opvalt is een ding dat zeker is. De school is in klaslokaaltjes ingedeeld voor maximaal tien personen en die bieden dus niet de ruimte om weg te kijken als een van de Russische tepels per ongeluk om een hoekje komt kijken. 
Naast mij zit Eighleen. Ze is 18 en verschrikkelijk onzeker. Ze is Duitse. Ze werkt als au pair hier vlakbij en heeft net uitgebreid aan me zitten vertellen welke vieze woorden ze in het Duits heeft geleerd aan de kinderen. Ze heeft een piercing in de zijkant van haar onderlip en dat intrigeert me ontzettend. Mooi is het niet. 
We krijgen les van Elena. Een jonge meid, die geen Engels wil spreken. Ze beeldt uit en vraagt en verandert haar vraag telkens weer totdat ze uit ons heeft getrokken wat we wilden zeggen. Vooral het uitbeelden ontlokt hilariteit en zoals verwacht vooral bij de Russen. Engelse woorden negeert ze, dus we vallen ook vaak stil. Dan wacht ze gewoon tot de tijd voorbij gaat. En dat doet ie altijd. Van ongemak ga je dan maar wat Spaanse woorden zeggen, die je niet bedoelde, zodat zij weer gaat praten en ons nieuwe woorden aanbiedt. Onder enthousiast Russisch gemompel. 
We hebben in twee dagen tijd vooral veel over warmte, drinken, dagen van de week en beroepen geleerd, maar Elena springt graag ook van de hak op de tak. Nu heeft ze de delen van het lichaam op het bord gezet. En een ontzettend leuke opdracht gegeven.
Elena heeft bedacht dat we in groepjes van twee onze droomman beschrijven. Hombre idéal. Een geluk: ik hoef niet met die Russen. Eighleen en ik moeten samen en je zou zeggen dat we wel wat gemeen hebben. 
Eighleen is nog niet zover. Ze oefent nog even met het woord guapo ‘knap’. “Tú eres guapa,” vertrouwt ze me toe. Ik knik, terwijl ik nog op mijn blaadje kijk. Tuurlijk meissie. Ik kijk op. Ben je zover, denk ik als ik haar aankijk. Dat zit nog niet in het Spaans in mijn hoofd en ik denk ook niet dat Eighleen het had begrepen. “Tú eres guapa.” Ze kijkt me nu bewonderend aan. Het wordt nu ongemakkelijk. “Gracias,” zeg ik opgelaten.
 Ik pak mn blaadje erbij en wijs op de titel: el hombre idéal. Eighleen knikt. “I mean it.” Het klinkt zo Duits. Ineens begrijp ik dat Eighleen met haar hormoonleeftijd gewoon uit wat ze denkt. En dat die hombre idéal haar gestolen kan worden.

zaterdag 23 augustus 2014

leven

ik vroeg aan het het leven
of er meer in zat
of dit alles was
of het een goed idee was
om verder te gaan

het leven zei lachend
nee
maar ik deed ja
en nu
daagt het me uit

het leven zit links 
dat kan kloppen
daar zit m'n hart ook

ik heb niemand meer
of minder te vertellen
hoe het moet

zelf doen was zo eenzaam
falen geen optie
sterk zijn zo ik

leven vergroot mijn kader
kwetsbaar om tegen op te zien
het lidwoord wordt de boodschap

ik probeer me te grijpen
niets is stevig genoeg
pijnlijk om het los te laten
maar de houdt me steeds vast

ik ben verliefd
op de leven

vrijdag 22 augustus 2014

Dag Poes

dag poes
dag ooievaar

niet onrustig zijn
lieve poes
het is maar
een jaar

kom je nog terug?
ja zeker weten
weet ik dan zeker
dat jij ook terug
wil bij mij?
ja dat is goed
als de deur maar open
en veel brokjes
en niet de hele dag
alleen

dat is goed poes
ze zorgen goed voor je
blijf maar rustig
vanzelf weer voorbij

dat zal ik dan
maar geloven
ga jij lekker weg
ik blijf bij marloes
dag gekke ooievaar
dag lieve poes

zondag 13 juli 2014

Lootens

'Lootens'


Toen ik een jaar of veertien was, had ik een hekel aan mijn naam. Ik had maar één naam, geen doopnaam en ook nog een achternaam die niks was. Lootens is niks. Het komt nergens vandaan. Het is niet logisch. Dat hoort bij de leeftijd, zou ik nu zeggen als het over iemand anders ging, maar bij mij was het een existentieel probleem. Ik wilde geen Janneke zijn. Een Janneke was boers, tuttig en verlegen. Dat was ik ook, maar daar wilde ik vanaf.

Als ik mezelf voorstelde, vroeg iedereen ‘waar is Jip’. Dat vond ik natuurlijk een beetje flauw, maar in die tijd wist ik nog niet dat mensen als ze niks weten te zeggen, toch iets belachelijks zeggen, omdat ze het zo fijn vinden zichzelf te horen praten. Om die mensen de wind uit de zeilen te nemen, nam ik deze naam als geuzennaam aan. Mijn kortgeschreven stukjes in agenda’s bij klasgenoten (we hadden geen whatsapp) ondertekende ik met ‘Jip’.

Een ander geval was mijn achternaam. Ik kon er niets mee. Om mijzelf te laten wennen aan mijn achternaam, stelde ik me soms voor dat ik een voetballer was. Die worden vaak bij hun achternaam genoemd. Ik had niet het idee dat het hielp.

Toen ik acht jaar geleden op het IJsselcollege kwam werken, was ik klaar net klaar met studeren. Ik was onzeker van mijn kunnen als docent, maar werd liefdevol ontvangen. Nathassia Ligeon, Surinaamse moeder van drie mensen van mijn leeftijd, adopteerde me als dochter en ruimde de gevolgen van mijn onkunde op, nog voor de schoolleiding ervan hoorde. Ze sprak met leerlingen, met collega’s en met ouders als er iets mis was gegaan in de les en ik mocht rustig in mijn rol als docent groeien.
Ze verzekerde me ervan dat het goed ging komen, want ze zag dat ik rechtop liep als ik door de gangen liep. “Je bent zo nuchter als je naam doet vermoeden,” sprak ze. Ik glimlachte. Het zal wel.

Na twee jaar modderen in de brugklassen, mocht ik het eindelijk in de bovenbouw gaan proberen. Wat een verademing. De leerlingen van 4havo en 4vwo maakten het me op een heel andere manier moeilijk. Ze verwachtten dat ik iets te vertellen had. Als ik het niet wist, wie dan wel, was hun insteek. Ik genoot van het leren daar. Ik merkte namelijk dat ik inderdaad iets te vertellen had.
Ik moest wel wennen aan de titel ‘mevrouw’. Ik was 24 en voelde me geen mevrouw. Maar 4havo had de afstand hard nodig, werd me gezegd. Toen ik op een dag de metro nam naar huis, stonden Sjaqiel en Ashfaaq daar op het perron. Schatten van 4havo-leerlingen, maar ze deden wel hun best intimiderend over te komen. “Hee mevrouw!” riepen ze enthousiast toen ze mij zagen. De andere mensen op het perron keken verbaasd op naar de twee en daarna met open mond mijn kant op.

In 5vwo, een klas die ik niet had, werd dankbaar gebruik gemaakt van mijn leven als student in de afgelopen jaren. Ik moest mee op zeilreis. Mijn groep van 17 op een boot was divers en ik voorzag grote problemen in het groepsproces. Mijn strategie was: vertrouwen geven. Ze mochten alles zelf beslissen, maar moesten zich aan mijn randvoorwaarden houden. Het was een reis om nooit te vergeten. Op de laatste avond, we zaten bij elkaar in de kajuit, nam Nick het woord. “Janneke, het leven is één groot feest. En ik weiger iets anders aan te nemen.” Ik glimlachte. Onthield die zin. Hield me er soms ook stevig aan vast in de jaren die volgden.

Als je het met klasgenoten over een docent hebt, noem je zijn achternaam. Je hebt het over ‘Lootens’ niet over ‘mevrouw Lootens’. Als je tegen een docent praat, spreek je hem aan met ‘meneer’. Ik werd dus aangesproken met ‘mevrouw’. Maar in de loop van de tijd veranderde dat. Ik was een docent tussen de leerlingen. Dus moest ik een voornaam hebben. Maar ‘Janneke’ zeggen zoals Nick dat toen deed, dat ging elke leerling een stapje te ver. Dat hoorde niet. ‘Lootens’ werd mijn voornaam.

De feestcommissie die ik in 2008 opzette met Manon, Robert en Marleen, bleef jarenlang voortbestaan. Ik gaf intussen les aan 4havo tot en met 6vwo en hield me aan mijn strategie. Vertrouwen geven. De commissie organiseerde zoveel mogelijk zelf de feesten, ik probeerde altijd alleen maar te faciliteren. Sam en Milan bedachten de straattaalnaam ‘Loetoe’ in plaats van Lootens. Ik vond het mooi.

Ik was jarenlang brugklasmentor. En brugklasleerlingen zijn twaalf. Ik hield niet van twaalf. Ik kreeg in 2010 een 4vwo mentorklas. En drie jaar lang hield ik die bij me. Het werden mijn kindjes. Mijn werk werd een feestje door die klas. Het was wel een klas die niet veel met straattaal had. ‘Loetoe’ was echt teveel straat. “Loetje,” zei Ruben, als ‘ie kwam vertellen dat ‘ie echt nog uitstel voor z’n scriptie nodig had. Nog steeds beginnen whatsappjes die ik van leerlingen uit die klas krijg met ‘Loet…’.

Afgelopen donderdag had ik een schoolfeest. Een afscheidsfeest. Na acht jaar op het IJsselcollege te hebben gewerkt, ga ik een reis maken. Ik heb verschillende doelen dit jaar. Maar eentje is: weten dat mijn keuzes echt mijn keuzes zijn en aannemen dat ik ben wie ik ben.
Toen het feest veel te vroeg was afgelopen, de muziek stopte en ik eigenlijk wilde weglopen, scandeerden tientallen leerlingen die nog in de zaal stonden “Lootens bedankt.” Ongemakkelijk door zoveel aandacht, maar ontroerd door hun aanhoudend zingen, stond ik daar een beetje te wuiven.

Toen eindelijk iedereen weer beneden stond op het stationsplein in Rotterdam, begon het opnieuw. Ik sloeg het op, verwijderen kan niet meer. Ik hoef geen voetballer meer te worden. Ik ben van mijn naamcomplex af.

acht jaar

acht jaar

er is geen reden
om aan te nemen
dat je dit niet kan
hield ik mezelf voor
toen ik acht jaar terug
toch zei
'ik doe het'
ik wilde niet
en wist ook wel
dat anderen
het niet zagen lukken

‘jij kan niet streng
alleen maar vrienden
democratie
en altijd lief
dat werkt niet
niet daar
dat gaat fout’

vanavond was ineens
acht jaar ineen gepropt
en was het me al niet duidelijk
in alle voorgaande jaren
dan nu toch zeer zeker wel

zij onthielden
per situatie wat ik zei
en waarom ik deed
wat ik deed
zij wisten
dat ik
mijn uitgesproken vertrouwen
nooit veinsde
maar het zeker wist

dit is niet fout gegaan
maar intens goed
juist hier
ik werk zo
met niet onlief
vertrouwen
dit zijn mijn vrienden
en zij weten
wie ik ben

het mooiste van zijn
wie je daadwerkelijk bent
is dat een ander

het niet kan

vrijdag 25 april 2014

kolder

Voor Alex, Annemieke, Arno, Bart, Bo, Constance, Demi, Freek, Gavin, Jim, Jitske, Josien, Laura, Mark, Max, Mees, Mike, Nynke, Ruurd, Sander O, Sander P, Sjoerd, Thijs, Tom en Violetta

kolder

een idee
van iemand
van meer iemand
met de kolder in de kop
met elkaar bedacht
wordt opgeblazen
en wordt groter
kan meer hebben
dan je verwacht

bevat van iedereen
zijn inzet
zijn vingers
zijn nachtrust
zijn energie
zijn ademhaling

twintigduizend ballonnen
vormen samen
een overwinning
een afscheid
een feestje
een blijheid
die me overspoelt

en doorgeprikt
is het ineens voorbij

donderdag 20 februari 2014

skiën met een paar gekke boys

Zo na een weekje skiën met 53 leerlingen, heb je weer wat inspiratie. Dit is een van de uitwerkingen van de gedachten die ik in de bus terug had. Wil je weten hoe mijn hele week verlopen is, kijk dan op mijn #plog.

Gekke boys

Niet mogen
wel moeten
vertrouwen verdienen
geven
niet nemen
beginnen bij nul

En dan incasseren
je vrijheid creëren
en de normen en grenzen
gebruiken als spel

Deze week ging
voor mij niet om snelheid
maar om
vertrouwen
uitdaging
en zorg voor elkaar

Overtreffen
van trappen
in jezelf
en mijn verwachting
en een belofte
meer dan waar

Ik ben onder
en ook met een indruk
op weg naar het examen
eind van dit jaar

Met dit in mijn hoofd
vind ik maar één uitslag waardig
voor jullie is het tijd
te laten zien wie je bent.

Jullie zijn niet normaal.