donderdag 9 mei 2013

mentor zijn

Maandag beginnen de examens van mijn mentorleerlingen. Mijn vakantie zit er bijna op. En was ik aan het begin van de vakantie vooral aan het schrijven met de leerlingen in mijn hoofd, nu de examens bijna beginnen, begin ik ook schrijvend ernaar toe te leven. Ik was vandaag druk in de weer met allemaal lieve dingen voor hen en dan komen de herinneringen vanzelf boven. Een leerlingverhaaltje dus vandaag. Een klein beetje aangedikt, dat wel ;-) Schrijversvrijheid hè...

'...Anne keek de jongen tegenover haar doordringend aan.
‘Wat is nou je plan?’
De jongen zei niets.
‘Als je zo doorgaat, mag je niet over aan het einde van het jaar.’
De jongen keek haar terug aan, maar zei nog steeds niets.  Anne zei ook niets. Ze ging intussen haar papieren ordenen. Er lag niet echt iets tussen waar ze mee aan de slag wilde, maar zoals altijd lag er genoeg op haar bureau om te ordenen, zodat het leek alsof ze het buiten dit gesprek om heel druk had. Het maakte op hem geen indruk. Hij bleef haar aankijken. Anne zuchtte.
‘Wil je nou je vwo-diploma halen of niet?’ Hij haalde zijn schouders op.
‘Wat wil je nou dat ik nog doe om je aan het werk te krijgen?’
‘Ik hoef niet aan het werk.’
Anne keek naar het computerscherm naast haar dat zijn cijferlijst liet zien. Er stonden welgeteld twee voldoendes op.
‘Nee hoor.’ Een goede docent gebruikt geen sarcasme, zegt de inspectie. Ze keek weer naar haar zwijgende project en genoot. Dit gesprek was begonnen als een inventariserend gesprek, maar ze voelde dat ze hem gelijk door moest duwen naar de volgende tree. Deze jongen ging vandaag weg met de belofte dat hij het helemaal anders zou gaan doen.
‘Maar volgens mij weet je helemaal niet hoe dat moet. Heb je wel eens gewerkt voor iets dat je heel erg graag wilde?’
‘Natuurlijk,’ schamperde hij, ineens een beetje verontwaardigd. Meer emotie dan dat had Anne tot dan toe nog niet gezien. Hij was een vrij makkelijke jongen in de klas. Hij durfde alles te zeggen, maar zei ook vaak niks. Docenten dreef hij weleens tot waanzin, maar in de hyenaroedel deed hij het prima. Hij was sterk.
‘Waarom deed je dat?’
‘Omdat ik het wilde.’
Anne knikte. ‘Dus je wil je vwo-diploma niet halen?’
 ‘Jawel.’
’Wat zeg je?’
De jongen zweeg weer. Keek nu toch echt het raam uit. Anne ging weer papier ordenen. Had nu zelfs voldoende tijd om zo nu en dan wat zinnen op de papieren te lezen. Omdat ze geen systeem kende om op te ruimen, had ze zichzelf noodgedwongen geoefend in het snellezen. Ze zag direct waar een papier over ging en had met een paar seconden door wat ze met dit papier nog moest. Daarnaast scheelde het veel tijd met nakijken.
‘Mag ik weg?’
 Anne keek hem aan. ‘Nee. Wat zei je net?’
‘Ik zei ‘ja’ toen je vroeg of ik vwo wilde blijven doen.’
‘Wat zei je?’
‘Dat ik vwo wilde blijven doen.’
‘Dat klinkt alsof er niets gaat veranderen.’
Hij zuchtte. ‘Ik ga ervoor werken.’
‘Voor wat?’
‘Voor mn diploma.’
‘Welk diploma?’
‘Vermóeiend.’
Anne keek weer demonstratief naar de vellen papier. Aan snellezen kwam ze niet toe.
‘Ja, eh wat wil je horen dan?’
‘Ja, mevrouw, ik ga er alles aan doen om mijn vwo-diploma te halen.’
‘Ja.’
‘Ja, wat?’
‘Ik ga dat doen.’
‘Wat is er nou zo moeilijk?’
‘Ik zeg dat soort dingen niet.’
‘Waarom niet?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Gewoon.’
‘Is het ongebruikelijk dat je ergens voor gaat? Is het ongebruikelijk dat je dat uitspreekt? Is het ongebruikelijk dat iemand je aan een belofte houdt?’
Hij haalde opnieuw zijn schouders op. ‘Dat zal het wel zijn ja. Maar ik snap heus wel wat je bedoelt. Ik ga het echt proberen.’
‘Fijn.’
‘Mag ik dan nu gaan?’
‘Nee.’
Een diepe zucht.
‘Ik heb het je nog altijd niet horen zeggen.’
‘Dat ga ik ook niet doen.’
‘Dan zit je hier nog wel even. Koffie? Thee?’
Hij schudde zijn hoofd en pakte zijn boek. Hij hield een stiftje vast. Het was zeker de bedoeling dat zij dacht dat hij aantekeningen ging maken in zijn boek, terwijl hij las. Het zou de eerste zijn die dat uit zichzelf deed. Ze bekeek hem aandachtig. Nog steeds was ze overtuigd van het feit dat hij het ging zeggen. Hij had zijn laatste bod gedaan, nu was zij weer aan zet.
‘Zal ik je moeder bellen?’
‘Hoezo?’ Hij keek niet eens op.
‘Dan kan ze misschien hierheen komen.’
 Z’n gezicht vervormde, hij vond het een belachelijk idee. Hij keek nog altijd niet op.
‘Misschien is het dan makkelijker om dit soort dingen te zeggen.’
‘Dat denk ik niet,’ lachte hij. ‘Zij zeurt alleen maar aan m’n kop. ‘Heb je geen huiswerk?’ ‘Ga eens huiswerk maken, ga eens leren, ga de vaatwasser inruimen.’’
Anne lachte nu ook. ‘Regelt ze alles thuis?’
De jongen dacht even na. ‘Ja. Denk ik wel ja.’
‘Makkelijk voor je.’
Hij keek haar aan. ‘Dat gezeik, da’s echt niet makkelijk hoor.’ Weer lachend en een ongelovig gezicht.
‘Dan hoef je nooit zelf na te denken wanneer iets moet.’
Hij haalde zijn schouders weer op. ‘Misschien.’ Hij keek weer in zijn boek.
Toen keek hij op. ‘Waarom doe je nou zo moeilijk?’
‘Waarom vraag je me dat nu pas?’
Weer een ongelovig gezicht. ‘Luister. Ik ben echt van plan mijn vwo-diploma te halen.’
‘Hoe dan?’
‘Door te gaan plannen en door op te letten en te werken.’
‘En wanneer mag ik je controleren of je dat hebt gedaan?’
‘Over een maand.’
‘En als het niet gelukt is?’
‘Dan ga ik m’n  havo halen. Ergens anders.’
Ze stak haar hand uit. ‘Deal.’
Hij twijfelde even. ‘Niet de hele tijd aan m’n kop zeuren hè?’
‘Pas over een maand.’ Nog steeds hield ze haar hand in de lucht.
Hij knikte. ‘Goed.’ Pakte haar hand vast...'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten