dinsdag 7 mei 2013

de reizigers

Vandaag een dagje in Amsterdam geweest. Eigenlijk een prachtige stad om te wonen. Dat gevoel kan ook worden toegeschreven aan de zon, maar de stad bruist gewoon altijd als ik er ben. Er zijn zoveel mensen bezig met zoveel verschillende dingen. Dat deed me denken aan een scene die ik een paar maanden geleden opschreef. Daan en Anne, in Amsterdam. Met haar broertje Maarten...


'...Het duurde even voor ze het huis gevonden hadden en het was opgehouden met zachtjes regenen. Anne dacht heel even aan haar net steill geföhnde pony, maar wist zelf ook wel dat dit niet het moment was om daarover te beginnen. En bovendien: zelfs als ze daarbinnen iemand aantrof die perfect was  en ze de stijl geföhnde pony nog had, dan hadden Daan en Maarten haar leeftijd en professie binnen mum van tijd verraden. Pony of niet, tegen perfecte mensen kon ze vandaag niet op.
Ze klommen de trap op richting  huis. Anne bleef een beetje achterop. Ze was niet geheel op haar gemak. Nog voor iemand op een deur geklopt had, zwaaide die open en een klein gezet meisje met prachtig lang bruin haar begon in een Amsterdams accent opgewonden te praten. Ze liep op pantoffels en was erg blij om de jongens te zien. Deze namen niet de moeite om Anne voor te stellen en ze deed het dus maar zelf.
Het meisje knipoogde. Ze wist ook wel dat het niet de meest galante mannen waren die ze net had binnengelaten. “Geef je jas maar. Wil je wat drinken?”
Ze zorgde dat Anne wat ontdooide. Mensen op het feestje stelden zich aan de lopende band aan haar voor. “Hallo,” begroette de zus haar. Ze zette een bord met een uitgelopen kaars weg. Paars, groen en rood kaarsvet vochten om de eer van meest aanwezig.

Iedereen die ze op het huiskamerfeest sprak, was een reiziger. Australië, Nepal, Japan, Canada, New York. Iedereen sprak Engels, was een reis aan het plannen of was juist net terug.
Ze voelde zich steeds dommer worden, omdat ze eigenlijk maar zo weinig van de wereld wist. Alles wat ze wist ging over de wereld dichtbij. 

De jongens hadden inderdaad hun best gedaan. Haar reputatie was haar vooruitgesneld. Twee bijzonder prettige voordelen aan reizigers waren echter dat alles zonder haast ging en dat niemand oordeelde. Dus ze mocht oud zijn en lesgeven en met jonge ventjes naar een feest. Ze kon er niet direct achterkomen of ze ook iemand mocht doodrijden, maar ze liet het er maar even bij. En Daan had behalve tegen haar ook tegen niemand anders ooit nog over het ongeluk gepraat.
Ze zat met een figuur op de bank over het belang van housefeesten te praten en hij had haar net uitgelegd hoe de voorbereiding van een party in de Melkweg in z’n werk ging, toen Daan bij haar kwam staan. Hij hield haar een roodgeel driehoekje voor het dronken hoofd, waarop peper en basilicum lagen. “Dit moet je echt proeven, Anne.”
Ze twijfelde even. Maar ze moest hem nu gaan vertrouwen intussen en ze durfde daarnaast ook geen exotisch lekkernij te weigeren. Ze zou zichzelf voor gek zetten waar al die mensen bij waren, die zoveel van deze stukken pizza ophadden.
Het zag er onbeschrijfelijk onlekker uit, maar in een compromis van beneveling en uitdaging nam ze een hap. Basilicum overheerste maar binnen een fractie van een seconde zag ze het bord kaarsvet voor zich. Ze spuugde het uit. Daan en twee Canadese jongens lachte om haar vernederde gezicht. Haar broertje zag ze nergens zo gauw. Hoe redde ze zich hieruit?
“Ik vermoedde al iets, maar ik dacht: ik laat me niet kennen.” Ze probeerde mee te lachen. Dat scheen altijd te werken. De jongens stopten niet met lachen.
Een meisje kwam achter hen vandaan.
“Je hebt het toch niet echt gedaan, hè? Nee joh man, da’s zielig joh.” De vernedering was compleet. Anne stond op. “Ik ga plassen.”...'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten